Levensloop
Van Dongen bracht zijn jeugd in Rotterdam door. Al vroeg werd zijn tekentalent ontdekt, maar geld om hem te laten studeren was er niet. Hij moest vanaf zijn veertiende zelf de kost verdienen. Hij volgde wel avondlessen aan de Rotterdamse “Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen” – de tegenwoordige Willem de Kooning Academie – van 1892 tot 1897, maar die bevielen hem niet. Hij betrok in Rotterdam een kamer boven het atelier van de schilderMartinus Schildt.
In 1897 vertrok hij naar Parijs, waar hij in zijn onderhoud voorzag als huisschilder en als illustrator voor satirische tijdschriften. Op 11 juni 1901 trouwde Van Dongen met Juliana Augusta Preitinger, die hij nog kende van de Rotterdamse Academie. Ze kregen één dochter. In 1906 verhuisde het jonge gezin naar de ‘Bateau-Lavoir’ op rue Ravignan 13, waar het de vriendenkring rond Pablo Picasso en diens toenmalige vriendin Fernande Olivier leerde kennen. In 1921 scheidden Van Dongen en Preitinger. In 1953 trouwde hij met Marie-Claire Huguen, met wie hij nog één zoon kreeg. Het heeft Van Dongen niet aan maatschappelijke waardering ontbroken: in 1926 werd hem het Franse Legioen van Eer toegekend en in 1927 de Belgische Kroonorde.
In 1929 werden twee van zijn werken getoond in het Palais du Luxembourg. In hetzelfde jaar verkreeg hij het Franse staatsburgerschap. Toen hij in 1968 in Monte Carlo overleed was hij 91 jaar oud.