1024px-Karel_Appel_(1982)De schilderstijl van Karel Appel

Appel schilderde, ook volgens eigen zeggen, nooit de abstractie, al benadert zijn werk dat wel sterk. Er zijn altijd herkenbare figuren te ontdekken; mensen, dieren of bijvoorbeeld zonnen.

Tijdens de Cobraperiode, vanaf 1948, schilderde Appel simpele vormen met stevige contourlijnen, opgevuld door felle kleuren.

Zijn werk hoort bij de Moderne kunst en de schilderstijl abstract expressionisme van de Europese kunststromingen.

Onderwerpen waren vriendelijke onschuldige kindwezens en fantasiedieren. Hij liet zich daarbij beïnvloeden door de manier waarop mensen met een verstandelijke beperking tekenen en schilderen, iets wat in die tijd revolutionair kan worden genoemd. Het werk van Appel gaf aanleiding tot opmerkingen zoals “dat kan ik ook”. De stijl van kindertekeningen vult Appel aan met de stijl van maskers uit Afrika.

Later liet Appel de samenhang van vorm en kleur los. Hij werkte met meestal zwarte contourlijnen om figuren aan te duiden. Vaak gebruikte hij voor die contouren ongemengde verf, direct uit de tube geknepen. Maar hij leek zich weinig van de contouren aan te trekken met de kleur die hij aanbracht om de figuren vorm te geven. De kleuren verspreiden zich buiten de contour en de kleur van de achtergrond dringt vaak de figuur binnen.

Volgens de kunsthistoricus Willemijn Stokvis heeft Appel zich in zijn schilderscarrière met totale overgave in de verf gestort, om daar een oerkreet uit op te laten klinken.

Deze benadering is volkomen tegengesteld aan de werkwijze van Appels wereldberoemde Nederlandse tijdgenoot Mondriaan. “Beiden vertegenwoordigen twee polen van de geschiedenis van de moderne kunst, waarbij zij zich verhouden als de uiterste beheersing tot de uitbarstende spontaniteit. Beiden zochten naar de oerbron van de schepping, een zoektocht die wellicht de basis vormt voor een belangrijk deel van de moderne kunst. Mondriaan zocht de oerformule waarop de constructie van de kosmos berust; van Appel kan men zeggen dat hij de scheppingsdrift in zich wakker probeerde te schudden waarmee dat universum zou zijn gemaakt.”, aldus Willemijn Stokvis.

Het werk van Appel is meestal uit meerdere lagen opgebouwd, waardoor het werk diepte en reliëf krijgt. Op een vrijwel eenkleurige, maar met zorg geschilderde ondergrond schilderde hij in ten minste twee stadia zijn onderwerpen. Volgens eigen zeggen draaide hij vaak het werk op zijn kop of keek hij tussen zijn benen door naar het werk. Dit is een bekende manier om te controleren of de compositie van een werk evenwichtig is.

Appel maakte vaak verschillende versies naar aanleiding van hetzelfde thema. Hij heeft bijvoorbeeld diverse werken gemaakt met de titel van de gewraakte muurschildering in Amsterdam, Vragende kinderen. Dat waren niet alleen schilderijen, maar ook verschillende kunstwerken die bestaan uit een houten reliëf, beschilderd in primaire en secundaire kleuren. Het maken van series met hetzelfde thema bleef Appel zijn hele leven doen. Aan het einde van de jaren 70 maakte hij bijvoorbeeld een serie Gezicht in landschap, waarmee hij wilde uitdrukken dat de mens en de natuur een eenheid vormen.

Appels’ gedrevenheid komt naar voren in zijn uitspraak:
Een leven zonder inspiratie is voor mij het allerlaagste, het meest platvloerse wat er is.

Kunstwerken